Het vertrouwensbeginsel in de (fiscale) praktijk - LBV | Meer dan een vakbond

Het vertrouwensbeginsel in de (fiscale) praktijk

Auteur: Henri Dekker

Nieuwsoverzicht

Het zal je maar gebeuren. Je vraagt je af welke fiscale keuze je moet maken en raadpleegt daarom de website van de Belastingdienst. Later word je geconfronteerd met een flinke naheffing; blijkt de informatie op de website onjuist te zijn. Mocht je dan niet vertrouwen op de informatie die de fiscus op zijn website heeft staan? Recent heeft de Hoge Raad in het belang van de belastingplichtigen uitspraak gedaan. In deze blog wil ik hier verder op in gaan.

Belastingplichtigen hadden weinig succes wanneer ze zich in belastingzaken beroepen op de onjuist gegeven algemene informatie van de Belastingdienst, zoals die wordt gegeven op de website, in brochures of via de BelastingTelefoon. Een beroep op het vertrouwensbeginsel bood vaak geen soelaas. Jarenlang liep de Belastingdienst nauwelijks risico bij een onjuiste informatievoorziening en ondervonden de burgers hier de nadelige gevolgen van.

Al wat jaren terug, in 1979, heeft de Hoge Raad twee voorwaarden gesteld aan een succesvol beroep op het vertrouwensbeginsel. Allereerst het niet-kenbaarheidsvereiste, wat inhoudt dat een belastingplichtige redelijkerwijs niet de onjuistheid van de gegeven informatie wist of had moeten weten. De tweede voorwaarde is het zogenaamde dispositievereiste. Of anders verwoord, het doen of nalaten van de belastingplichtige, op grond van de gegeven informatie, moet tot schade leiden boven op de wettelijke verschuldigde belasting. Hier heeft de Hoge Raad in het arrest van 5 november 2021 een streep door gezet.

Volgens de Hoge Raad is het dispositievereiste niet meer van deze tijd, mede gelet op de huidige maatschappelijke opvattingen. Het vertrouwen in de Belastingdienst staat momenteel niet bepaald op een hoogtepunt, waarvan de oorzaak onder andere in de toeslagenaffaire gevonden kan worden.

De overheid dient zorg te dragen voor een juiste informatievoorziening richting haar burgers. Daarnaast moet de beschikbare informatie duidelijk en volledig zijn, dat mag je immers van een overheid verwachten.

Wat zijn nu de gevolgen van deze uitspraak? De kans is groter geworden dat een rechter een beroep op het vertrouwensbeginsel, wanneer verkeerde informatie door de Belastingdienst is gegeven, accepteert. Burgers moeten niet de dupe worden van het falen van de Belastingdienst; het zou de fiscus dan ook sieren om wat vaker de hand in eigen boezem te steken. Wie weet zullen eerder gemaakte fouten dan worden vergeten en kan het vertrouwen worden hersteld.

Henri Dekker 

 

Deze website maakt gebruik van cookies om u een optimale gebruikerservaring te bieden.

Meer info